Ons avontuur in Albanië!

In de zomer van 2013 gingen Jacqueline en ik samen op pad richting Albanië. Een avontuur naar een nog relatief onontdekt land… wat we aantroffen was een prachtig land vol vriendelijke mensen, veel historie, cultuur, prachtige bergen en een heerlijke kustlijn. Albanië heeft bij velen een negatief of gevaarlijk imago op basis van verleden en onbekendheid, maar wij troffen een prachtig en divers vakantieland aan. Absoluut aan te raden voor eenieder die van de gebaande paden wilt afwijken!

 

De blog van de volledige reis, via diverse prachtige plekken in de Balkan, is hier te lezen. Ook maakte ik een filmpje van de reis, deze kun je hier bekijken.

 

Bijna 5500km gereden met gemiddeld 70 km/u. De volgende route hebben we (ongeveer) afgelegd:

Grotere kaart weergeven

 

Shkodra: genieten van Albanese gastvrijheid en cultuur!

Na onze avonturen in Slovenië, Bosnië-Herzegovina en Montenegro kwamen we dan eindelijk aan bij het eigenlijke doel van onze reis, Albanië… Met gezonde spanning reden we naar de grens toe, geen idee wat we eigenlijk konden verwachten zodra we daar waren. Verrassend genoeg kwamen we relatief makkelijk over de grens en waren we in Albanië! Na de grens werden we wel geconfronteerd met de armoede van dit land, relatief veel bedelende kinderen waren ons ontvangstcomité. Dit bleek gelukkig absoluut niet representatief te zijn voor de rest van Albanië. Het land kent wel veel armoede, maar de mensen waren bijzonder vriendelijk en oogden absoluut ook gelukkig.

In Shkodra had ik via facebook contact gehad met en geboekt bij Florian Shkodra Guesthouse. Ter plekke aangekomen bleek achter een betonnen schutting een heerlijke tuin vol druivenranken te liggen. Het voelde als een kleine groene oase. Florian was een hartelijke man, die ons welkom heette… maar die ook een fout gemaakt bleek te hebben. Hij dacht dat wij pas later zouden komen. We werden even neergezet, kregen wat te drinken en Florian ging aan de slag. Uiteindelijk heeft hij toch een en ander zo weten te regelen dat er twee bedden voor ons waren. De volgende ochtend bleek wel dat de familie zelf buiten had geslapen. Welkom in Albanië!

Het guesthouse van Florian was van oorsprong het huis van zijn familie. Enkele jaren geleden heeft hij hier een guesthouse van gemaakt en nu wordt het huis in de zomermaanden dus bewoond door toeristen. De eerste avond sliepen wij bijvoorbeeld in de keuken, die omgetoverd was tot slaapkamer met 4 bedden. Een andere avond kregen we de kamer die waarschijnlijk van de ouders van Florian was (te zien aan inrichting en persoonlijke spullen). Daarnaast was het ook mogelijk om voor een minimaal bedrag iedere avond mee te eten met Florian en zijn familie. De lange tafel werd volgezet met allerlei organische, zelfgeteelde etenswaren. Supergezellig, heerlijk eten en ideaal om kennis te maken met de andere gasten.

Ook organiseerde Florian iedere avond een ‘tour’ naar de stad Shkodra. Met de MiTo gingen we op pad. Hier kregen we voor het eerst te maken met de echte Albaanse wegen vol kuilen en dergelijke verrassingen. Eerst naar de oude Ottomaanse Mesi brug. Vervolgens naar het Rozafa kasteel. Beide erg leuk om zo te zien, met name vanaf het kasteel hadden we een prachtig uitzicht over de stad, bergen, het grote meer en de ondergaande zon.

De volgende dag gingen we alweer tijdelijk weg uit Shkodra. Met dank aan Florian, die vrijwel alles voor ons geregeld heeft, zijn we op pad gegaan naar de Albaanse Alpen!

Foto’s

Albaanse Alpen: van Thethi naar Valbona

Al vroeg in de ochtend werden we opgehaald door het busje dat ons naar Thethi zou gaan vervoeren. Er rijdt dagelijks een wit, beetje gammel minibusje de bergen in. En dat busje moet natuurlijk zo vol mogelijk zitten, dus we rijden eerst stad en omgeving af om zoveel mogelijk mensen op te pikken. Of om ze ergens anders weer af te zetten. Maar uiteindelijk zetten we dan toch echt koers richting de Albaanse Alpen. En al snel was ik erg blij dat ik dit niet met mijn MiTo hoefde te doen, dat had ze waarschijnlijk niet overleefd!

Aan het begin van de middag kwamen we na een mooie, maar hobbelige busreis aan in het dorpje Thethi. Ingesloten door de hoge bergen en alleen via het hobbelweggetje bereikbaar lagen verspreid over de vallei een klein aantal huisjes en een kerkje. De vooruitgang slaat ook hier genadeloos toe, het aantal hotels en guesthouses groeit flink. Als het een beetje tegenzit ligt er over enkele jaren ook een geasfalteerde weg hier naar toe en is het gedaan met het pitoreske kleine dorpje. Maar nu konden we er nog volop van genieten. We verbleven in een klein guesthouse met twee kamertjes. Niet van alle hedendaagse gemakken voorzien, maar dat was wat mij betreft een onderdeel van de charme.

In de middag was het tijd voor de eerste bui van onze vakantie, maar het was er helaas wel een waarbij de hemel open leek te breken. Samen met donder en bliksem ging het flink tekeer. Tussen de buien door zijn we nog wel even op pad geweest om het dorpje en het riviertje te verkennen, maar daarbij kwamen we ook niet droog terug. De ene poncho heb ik manmoedig opgeofferd aan Jacqueline. 🙂 Hoewel dit natuurgeweld ook echt wel mooi was, betekende dat wel dat we niet naar de waterval (waar je ook kon zwemmen!) toe konden wandelen. Jammer, maar we hebben lekker de tijd genomen om te lezen terwijl de regen op het dak kletterde.

De volgende dag was de hemel weer strak blauw en zijn we vroeg opgestaan voor onze wandeltocht. Ik ben er zelfs nog iets vroeger uitgegaan om toch nog even de omgeving te verkennen. Na het ontbijt en ons lunchpakketje meegekregen te hebben gingen we op pad. Na een paar kilometer door het dorp gelopen te hebben was het even zoeken naar het beginpunt van de route. Maar daarna konden we meteen flink aan de slag. Het pad ging namelijk direct steil omhoog. De wandeltocht was pittig, maar wonderschoon. De foto’s zeggen eigenlijk wel genoeg… We klommen omhoog door bossen, over heides, langs afgronden. Aangekomen op de top genoten we van een prachtig uitzicht over het dal omringd door indrukwekkende bergen. En tijdens de afdaling konden we lang blijven genieten van dit uitzicht. We aten onze lunch, terwijl de familie geit voorbij kwam. Leuk pluspunt van deze hike was de lokale inventiviteit om twee simpele barretjes te bouwen met gekoelde drankjes. Jacqueline fleurde helemaal op toen ze in zicht kwamen. 🙂 Nadat we uit de natuur kwamen moesten we nog bijna 5 kilometer door de droge rivierbedding en over de nieuw geasfalteerde weg lopen. Dit waren de zware laatste loodjes. Uiteindelijk kwamen we via via aan bij een Albaanse familie die een kamer verhuurde als ‘guesthouse’. En daar lagen we op tijd in ons bed, de wekker ging namelijk weer erg vroeg de volgende dag…

Foto’s

 

Lake Koman Ferry

Midden in de nacht ging onze wekker.. om half vijf stond de taxi voor de deur om ons naar de ferry over Lake Koman te brengen. Een uurtje rijden later stonden we in Fiërze, waar de ferry om 06:00 richting Koman vertrok. Met de zon die opkwam boven de bergen, die hoog boven het meer uittorenden, was het het vroege opstaan meer dan waard. Onderweg deed de ferry nog een aantal plekken aan. Niet dat daar sprake was van een echte aanlegplek. De boot voer gewoon richting de kant, waar dan vaak al enkele mensen stonden te wachten. Mooi systeem!

Ondertussen genoten wij volop van de spectaculaire uitzichten over het water.. en Jacqueline genoot af en toe nog van het uitzicht achter haar oogleden, want de nacht was wel erg kort geweest!

Na een tocht van enkele uren arriveerden we in Koman, waar we de lokale bus teruggepakt hebben naar Shkodra. De rest van de dag hebben we lekker relaxed doorgebracht bij Florian in de tuin onder de druivenranken. In de avond nog een keer heerlijk gegeten met de hele groep om de volgende dag ons avontuur weer voort te zetten.

Foto’s

 

Berat: stad van duizend vensters!

Na een enerverende rit over de meest bedenkelijke hobbelwegen, snelwegen die uit het niets ineens ophielden te bestaan, gigantische kuilen te hebben ontweken, de weg gedeeld te hebbben met wagens met paard er voor gespannen, loslopende koeien en ezels aan de kant van de weg.. kwamen we uiteindelijk aan in Berat. Stad van de duizend vensters. De oude binnenstad is onderdeel van de UNESCO werelderfgoedlijst en levert zeer fotogenieke plaatjes op. De naam ‘stad van de duizend vensters’ word je meteen duidelijk. Tegen de flanken van de berg (met bovenop uiteraard weer een kasteel) zijn vele witte huizen gebouwd met allemaal meerdere donkere ramen in dezelfde stijl.

Wij verbleven in het mooie guesthouse van Lorenc, een 400 jaar oud Ottomaans huis, gelegen aan de andere kant van de rivier. Dit was een klein, rustig wijkje, uiteraard met alle huizen in dezelfde stijl als de oude stad. Achter het guesthouse was een flinke tuin met een heerlijk terras. Uiteraard ook hier onder de druivenranken.

De oude stadje zelf was mooi, niet heel groot.. dus je hebt het vrij snel gezien. Ook het kasteel op top van de berg is aardig om te bezoeken. Bijzonder hier waren de bergen waar je op uitkeek. Hier heeft dictator Enver Hoxha ooit zijn naam (ENVER) groot op de bergen laten zetten. Na het communistische tijdperk hebben ze de eerste twee letters verwisseld, om er aan te herinneren dat ze dit nooit meer wilden. Ook heb je vanaf dit kasteel een prachtig uitzicht over de oude stad en de tegenoverliggende wijk met de duizenden vensters.

Buiten de oude stad is Berat een gewoon plekje.. met een uitzondering. Te midden van een gewone wijk is de Berat University gebouwd. Een illegaal bouwwerk, dat nog het meest lijkt op het Capitool in Washington. Een patserig marmeren gebouw dat totaal niet past in de omgeving.

Een ander bijzonder fenomeen dat we meemaakten in Berat is de Xhiro. Rond een uur of zeven, tegen de tijd dat de zon onder gaat, komen de Albanen naar de Boulevard toe. Om te flaneren, om te slenteren… nouja, om heen en weer te lopen in ieder geval. Een grote sociale gebeurtenis, iedere avond weer. Wij zaten lekker te genieten op een terrasje op het moment dat dit gebeuren ontstond. En uiteraard hebben we zelf ook deelgenomen door lekker heen en weer te slenteren over de Boulevard.

Foto’s

 

De Albaanse kust: Himare

Nadat we in Albanië al hadden genoten van het natuurschoon in de Alpen en de cultuur van het oude Berat, was het tijd om de kust van de Albaanse riviera op te zoeken. We wilden de grote steden Vlore en Sarande vermijden, een prima keuze bleek toen we er doorheen reden.We gingen voor het kleinere plaatsje Himare. Om er te komen reden we een flink stuk langs de kust, over de Llogora pass. Een route waarbij we supermooi uitzicht hadden over de kustlijn en over de Adriatische zee.

In Himare verbleven we in het nieuw geopende Himare Hostel. Een superrelaxed hostel met veel hangmatten om in te relaxen, gezellige atmosfeer en erg lekker  brood in de ochtend. Kortom, precies wat we wilden hebben. Hier hebben we een dag lekker relaxed en een nabij gelegen strandje bezocht. Volop genoten van het heerlijke water en een boekje gelezen. Ook hier hield het na twee nachten weer op, maar dit was zeker een plaats waar ik met gemak langer zou kunnen blijven!

Vanuit Himare besloten we niet de snelste route te pakken naar Ohrid, onze volgende bestemming. We kozen voor de route door de bergen. Een erg mooie ‘scenic drive‘ over bergweggetjes, langs een riviertje, over bruggetjes en door kleine dorpjes. Echt genieten om te rijden en zoveel leuker rijden dan over de snelweg (voor zover je daar van kunt spreken in Albanië).

Foto’s

 

Op de grens tussen Albanië en Macedonië: het meer van Ohrid!

Na een wederom soepel verlopen grensovergang kwamen we aan in Macedonië. Al snel waren we bij het meer van Ohrid, een gigantisch meer op de grens tussen Macedonië en Albanië. Een van de oudste en diepste meren van Europa. Ook een bestemming die momenteel erg hard groeit als toeristentrekker. Wij verbleven hier in het Robinson Sunset House, echt een aanrader. Het hele huis (en bijgebouwen) zijn door de vader des huizes eigenhandig gebouwd op de helling bij het meer. Je kijkt vanuit je kamers uit over het meer, een superuitzicht dus. Het guesthouse wordt gerund door de hele familie. Vader en moeder regelen de praktische dingen, hun zoon Mihail ‘entertaint’ de gasten door ze mee te nemen op allerlei dagtrips. De gastvrijheid en vriendelijkheid was echt enorm, we werden regelmatig verwend met bier, rakia of wat te eten als we met z’n allen aan de lange tafels zaten.

De eerste dag gingen we met een hele club op pad naar Lake Prespa. Dit meer ligt nog iets hoger en ‘voedt’ Lake Ohrid met water. Het is ook een fantastisch mooi natuurgebied, waar vele dieren leven. Mihail regelde bij de locals twee bootjes (incl schippers) en we gingen op pad naar het eilandje in het meer. Dit eiland wordt tegenwoordig niet meer door mensen bewoond, maar wel door talloze vogels. Zodra wij het eiland naderden vlogen deze dan ook in grote getale weg. Een machtig gezicht om de lucht gevuld te zien met honderden (misschien wel duizenden) vogels. Op het eiland zelf hebben we ook een rondje gemaakt. Honderden jaren geleden was hier wel sprake van bewoning. Er stond nog een redelijk goed bewaard gebleven kerkje en ruïnes van andere bouwwerken. Ook vonden we er een schedel en enkele botten.
Na ons bezoek aan het eiland en we met de MiTo weer over een stoffig grindpad terug naar de bewoonde wereld waren gereden, hebben we met de hele groep nog heerlijk gegeten in een restaurantje. Daarna wilden we nog een filmfestival bezoeken, maar ondertussen was het al aardig laat geworden. Dus we gingen lekker terug naar Robinson, waar we de heerlijke dag hebben afgesloten met een biertje.

De volgende dag was voor ons weer een lekkere relax-dag. We zijn heerlijk aan het meer gaan liggen. Beetje zwemmen in het kraakheldere water, wat in het boekje lezen. Heerlijk! Tegen het eind van de middag kwamen Mihail en wat kornuiten langs met een bootje, kano en surfplank… of we zin hadden om mee te gaan naar het midden van het meer om de zon onder te zien gaan. Natuurlijk wilden we dat wel, dus pakten we onze spullen en sprongen aan boord. En daar hebben we dus, midden op het meer met kraakhelder water, de zon onder zien gaan.

De volgende dag zijn we nog even het stadje Ohrid in geweest, ook een stadje dat op de UNESCO werelderfgoedlijst staat. Maar omdat we een kilometer of 8 buiten het plaatsje zaten waren we hier nog niet geweest. Ohrid was zeker de moeite waard, een mooi stadje met maar liefst 365 kerken. Voor iedere dag een. Maar helaas hadden we niet de tijd om ze allemaal te bezoeken, we moesten weer door.. op naar Skopje, onze volgende bestemming!

Het meer van Ohrid en omgeving is wat mij betreft ook een absolute aanrader om naar toe te gaan. Prachtige stad, heerlijk meer. En verblijf dan ook vooral in het Robinson Sunset House. Je zult er geen spijt van hebben.

Foto’s

Ik vind het altijd leuk om reacties te krijgen... dus dat kan hier! :-)